De voordelen van trainen met lage impact
Voor velen is trainen afzien, tot het gaatje gaan en helemaal kapot thuiskomen. Niet moe, is niet getraind en ben je een watje. Dat is natuurlijk onzin. Er zijn genoeg sporten en trainingen die een lage impact op ons lichaam hebben, en bijdragen aan solide resultaten. Welke low impact sporten zijn er, en welke voordelen hebben ze?
Lage impact vs. hoge impact
Low impact sporten hebben, in vergelijking tot high impact sporten, een minder grote belasting op onze spieren, pezen en gewrichten. Ze zijn ideaal voor beginners, geblesseerden of zijn ze gewoon een mooie afwisseling op je high-impact work-out. Low impact trainen is niet per se ook ‘low’ in intensiteit. Ze duren vaak langer dan high impact trainingen, waardoor je toch even lekker eraan moet. Ook zijn ze beter vol te houden, puur en alleen omdat je lichaam minder stress te verwerken heeft.
Sporten met een hoge impact zijn vooral goed voor vetverbranding en het versterken van onze spieren. Terwijl sporten met een lage impact ons algemeen fitter maken en een beroep doen op ons uithoudingsvermogen. Low-impact trainingen zijn dus niet per se minder goed of minder intensief, het is gewoon anders en brengt het net als high-impact sporten veel voordelen met zich mee.
Voordelen
Onderzoek heeft aangetoond dat cardio met een matige intensiteit, en weinig impact, net zo goed is in het verminderen van het risico op hart- en vaatziekten als trainingen met hoge impact. Maar dat zijn lang niet alle voordelen.
Geschikt voor iedereen
Low impact trainingen kunnen door vrijwel iedereen beoefend worden. Of je nou een topsporter bent, of voor de eerste keer in je leven een sportpakje aantrekt. Low impact is er voor iedereen. Bij uitstek is het geschikt voor beginners, mensen met overgewicht, geblesseerden, ouderen of zwangere dames. Low-impact trainingen geven je de ruimte om je lichaam te leren kennen, en te vertrouwen op zijn mogelijkheden. De bewegingen zijn makkelijker en comfortabeler uit te voeren. Ook wordt het lichaam minder belast als er sprake is van overgewicht, wat bij high impact sporten vaak kan leiden tot blessures.
Variatie en plezier
Low impact trainingen zijn er in alle vormen en maten. De variatie is ook niet misselijk. Denk bij low impact trainingen aan pilates en barre. Maar ook sporten zoals zwemmen of wandelen hebben een lage impact op ons lichaam. Door de hoge variatie en lagere intensiteit krijg je ook meer de kans om te genieten van je work-out, alles gaat trager en sport je meer in het moment. Misschien bijzaak, maar toch mooi meegenomen.
Minder spierpijn
Hoewel low impact trainingen vaak ook tot spierpijn kunnen leiden, is dit toch aanzienlijk minder dan bij high impact trainingen. Dit komt simpelweg door de lagere belasting van onze spieren, en dat spiervezels minder beschadigd raken tijdens de training. Dat is bij sporten met een hoge impact natuurlijk heel anders.
Vetverbranding
Wanneer je traint met lage impact bevind je hartslag zich in een lage tot gematigde zone, in deze zone verbrand je voornamelijk vet. Daarbij kun je het ook nog eens langer volhouden. Ideaal als je wat kilo’s of een spekrandje kwijt wilt.
Langer sporten
Lagere impact is langer genieten. Sporten met een lagere impact maakt dat je langer door kunt gaan. Je belast je lichaam minder intens, en wordt minder snel moe. Hierdoor wordt je uithoudingsvermogen verbeterd.
Coördinatie en balans
Low impact trainingen zijn vaak gericht op evenwicht en stabiliteit, hierdoor verbetert je coördinatie en balans. Essentieel voor je high impact work-out, en essentieel voor je algehele fitheid.
Welke low impact sport?
Getriggerd om een tandje terug te zetten en wat meer in het moment te gaan sporten? Dan is de keuze reuze. Doorgaans zijn pilates, yoga of zwemmen prima low impact sporten. Ga je liever de buitenlucht opzoeken? Dan zijn fietsen, wandelen of licht joggen hele goede alternatieven. Zin in iets nieuws? Probeer dan eens barre of een LIIT-training i.p.v. HIIT-training.
Uiteraard is de keuze tussen low impact en high impact persoonlijk. Het hangt puur af van je doelen, situatie en voorkeuren. De één wil kapot zijn na een work-out, terwijl de ander de rest van de week ook nog soepel wil blijven bewegen. Het is belangrijk om een trainingsvorm te kiezen die bij je past, en die je gemotiveerd houdt om regelmatig te blijven sporten. Uiteindelijk is de één niet beter of slechter als de ander. En een watje?! Wat je zegt ben je zelf, toch?